Behoud van melkkwaliteit- tips & tricks rondom zuurtegraad vet in de melk
De zuurtegraad vet in de melk is een belangrijke parameter voor de melkkwaliteit. De afgelopen periode zijn veel bedrijven overgeschakeld op de zomerkuilen van de warme, droge zomer in 2018. Om risico’s op zuurtegraad vet problemen in de melk voor te zijn, geven we u hier wat tips & tricks om de melkkwaliteit te behouden.
Management, Melken, Tips & Tricks
x
Introductie zuurtegraad vet in de melk
De Nederlandse zuivel moet aan strenge eisen voldoen om een hoge standaard kwaliteit van zuivelproducten te kunnen garanderen. Eén van deze kwaliteitseisen is het zuurtegraad vet. Een te hoog zuurtegraad vet van de melk zorgt voor een afwijkende smaak van de melk en maakt deze daarmee minder geschikt voor consumptie en kaasmakerij.
Het vet in de melk is opgebouwd uit kleine vetbolletjes. Deze vetbolletjes worden omgeven door een dunne beschermlaag (membraan) van o.a. eiwit. Bij beschadiging van het membraan wordt het vetbolletje in de melk blootgesteld aan lipase. Lipase is een enzym die van nature in de melk voorkomt. Lipase ondersteund het splitsen van het melkvet (lypolyse) in glycerol en vrije vetzuren. Bij een te hoge waarde aan vrije vetzuren wordt de melk ranzig met daarbij een afwijkende zurige smaak. Hiermee wordt deze melk minder geschikt voor consumptie.
De waarde van vrije vetzuren wordt in de melk weergegeven door de zuurtegraad van het melkvet. De norm voor een korting varieert tussen de 0,8 en 1,0 mmol/100g melkvet en soms wordt er een toeslag uitbetaald indien de waarde lager dan 0,6 mmol/100g melkvet is. Het gemiddelde in Nederland ligt op 0,6 mmol per 100 gram vet.
Invloed factoren
De invloed factoren zijn onder te verdelen in fysieke (mechanische) beschadiging van de vetbol membranen en in factoren die de kwaliteit en daarmee sterkte van het membraan beïnvloeden. De kwaliteit (sterkte membraan) van het vet bepaald in hoeverre deze gevoelig is voor de mechanische factoren en daarmee een oplopend zuurtegraad vet. Koe- en voermanagement hebben hier een grote invloed op.
Mechanisch gerelateerde factoren
Mechanisch gerelateerde factoren zijn alle factoren die leiden tot een “fysieke” beschadiging van het vetmembraan.
Luchtinslag tijdens melken
Om beschadiging van het membraan tijdens het transport naar de tank te voorkomen is het erg belangrijk dat de melk “rustig” verplaatst wordt. Extra lucht inslag betekend extra stuwing van het melktransport in de leidingen waardoor ook eerder beschadigingen van het membraan kunnen optreden.
Check daarom de melkrobot (tepelvoeringen, slangen) wekelijks op luchtlekkage.
Luchtinslag door verpompen melk
Ook het verpompen van de melk moet zonder al te veel luchtinslag plaatsvinden. Te controleren valt hier of de melkpomp niet te lang doorpompt nadat het melkglas leeg is. Laat bij twijfel een monteur –bijvoorbeeld tijdens de onderhoudsbeurt- hiernaar kijken.
Luchtinslag tijdens monstername
Bekend is dat in sommige gevallen tijdens de monstername een piek(je) in zuurtegraad vet te zien is. Dit wordt veroorzaakt door de methode van monsteren (lucht borrelen om de melk voldoende te ‘mengen’ voordat er een monster genomen mag worden). Check bij pieken in zuurtegraad vet of er niet toevallig een monstername heeft plaatsgevonden.
Voorkoeler
Hoe kouder de melk de tank ingaat hoe beter. Een voorkoeler is daarbij een goed hulpmiddel.
Invloedmelktank
In de tank vinden ook mechanische bewerkingen plaats die van invloed kunnen zijn op de zuurtegraad vet. Het roeren vindt uiteraard ‘standaard’ plaats, maar een beperking van de roeractie kan een positief effect geven. In de tank mag de melk niet aanvriezen. Nodig bij twijfel de koeltechnische servicedienst uit om dit te controleren en eventueel te verhelpen.
Koe- en voermanagement- algehele gezondheid en weerstand
Alle gezondheids- en weerstandsfactoren hebben direct of indirect invloed op de kwaliteit van de vetbolletjes. Een negatieve energiebalans, pensverzuring en mastitis hebben direct invloed op de sterkte en daarmee kwaliteit van het vet membraan en maakt dat deze gevoeliger is vetsplitsing en daarmee een oplopend zuurtegraad vet.
De algehele weerstand is controleren via verschillende koe-signalen in de stal (haarkleur, mestscore, pensvulling etc.) Daarnaast kan uit het managementprogramma T4C veel informatie gehaald worden.
Allereerst staan op het Gezondheidsrapport (Rapport 10) alle koeien met een attentie (combineert alle sensordata van 1 koe). Ook kan worden gekeken naar de vet- en eiwit niveaus en verhoudingen en het lactose gehalte, een lager lactose gehalte (<4,45 %) kan een indicatie zijn voor een mindere energiestatus (of veel oudmelke-koeien). Zie hiervoor T4C Rapport 16- Melken- Kudde overzicht, de individuele koekaart in T4C (tab Dagelijks Overzicht) of Rapport 42- Melken- Dagelijkse productie koe.
Melkinstellingen
Hoe minder melk een koe geeft per melking hoe groter het risico is op een oplopend zuurtegraad vet. Het streven is minimaal 8 - 12 kg melk per melking, indien er relatief veel dieren minder dan 8 kg melk per melking produceren (check T4C Rapport 41 Melken- Koe-robot rendement) is het goed om te achterhalen wat hier de oorzaak van is. Bij een lagere melkproductie per melking aan het einde van de lactatie zijn de vetbolletjes gemiddeld groter, waardoor deze gevoeliger zijn voor beschadiging.
Controle punten zijn de melk-toegangsinstellingen in relatie tot de dagproductie per koe, het lactatiestadium en de vruchtbaarheid status.
Voerstrategie
Problemen met zuurtegraad vet worden niet specifiek veroorzaakt door het rantsoen, maar deze kan wél de stabiliteit van de vetbolletjes beïnvloeden. Wanneer koeien overschakelen naar graskuilen met minder energie en voedingswaarde kan dit de drogestof-opname beperken. Wanneer er geen technische problemen zijn, biedt de juiste voerstrategie veelal een oplossing.
De basis van een goede voeding is een goede opname (smakelijkheid), dit is te beoordelen in de stal via de pensvulling en door te checken wat de droge stof opname is en hoe deze zou moeten zijn. Broei, bederf en kwaliteit hebben grote invloed op de smakelijkheid en daarmee op de opname. Ook de samenstelling van het rantsoen heeft invloed op de kwaliteit van het melkvet. Voldoende energie (zetmeel) en structuur zorgt voor een gezonde koe met voldoende weerstand.
Voorkom een te sterke negatieve energiebalans, deze koeien verbranden vet uit de lichaamsreserves. Hierdoor hebben zij meer langketen verzadigde vetzuren en dus grotere vetbolletjes. Deze grotere vetbolletjes zijn gevoeliger voor beschadiging.
Voerstrategie tips
Voerstrategie tips van Farm Management Support adviseur Bas Schellekens van Lely Center Delta
Vreetpieken bij koeien (slug feeding) door de daling van de buitentemperatuur resulteert in grote schommelingen in de pens (pH) en dus een verhoogde zuurtegraad. Bij grote rantsoenwisselingen, naar bijvoorbeeld meer mais in het basisrantsoen, zou de zuurtegraad geen probleem moeten zijn. Het advies is om voldoende structuur bij te voeren en te letten op voldoende onverzadigd vet.
Let op met het voeren van ‘harde vetten’. Verzadigde (harde) vetzuren geven grotere vetbolletjes en hardere membranen. Wanneer de drogestof-opname is teruggelopen of de conditie is afgenomen kan het inzetten van dit type vet het effect van een hoge zuurtegraad alleen maar versterken. De voorkeur gaat uit naar onverzadigde vetten. Deze zitten onder andere in lijnzaad of start met het voeren van de eerste snede gras of verschillende buffers. Meer onverzadigde (vloeibare) vetzuren in het rantsoen geven kleinere, stabielere melkvetbolletjes. Ook zorgen zij voor een soepelere membraan. De kans op beschadiging is dus kleiner.
En neem vooral contact op met de voerleverancier bij het constateren van een verhoogde zuurtegraad.
Neem contact op
Oplopend zuurtegraad vet, wat te doen?
Samenvattend kunnen zuurtegraad vet problemen ontstaan door fysieke en/of- mechanische beschadigingen van het vetmembraan of door koe- en voermanagement factoren die de kwaliteit en sterkte van het membraan beïnvloeden.
Indien de zuurtegraad oploopt is het van belang bovenstaande controle punten langs te lopen.
Samen met uw Farm Management Support adviseur of uw Servicemonteur van het Lely Center kunt u de Lely zuurtegraad vet scan doorlopen om zo alle controlepunten langs te lopen en indien nodig een plan aanpak te maken. Tevens is het ook raadzaam met de voeradviseur contact op te nemen.