Introduction
Vaker voeren loont. Het stimuleert het frequent vreten; liefst 10 – 14 keer per dag. De ruwvoeropname stijgt en de melkproductie daarmee ook. En vaker voeren heeft een positief effect op koegezondheid.
Daarnaast ligt er altijd vers voer bij het voerhek en kun je de hoeveelheid voer aanpassen aan omstandigheden in de stal en daarbuiten.
Altijd vers voor optimale voeropname
Door vaker kleinere hoeveelheden te voeren, blijft het voer aan het voerhek vers en smakelijk. En de mogelijkheid tot uitselecteren vermindert. Het gevreten rantsoen is zo beter afgestemd op de behoefte van de dieren. Ook voor dieren lager in rang. Zij kunnen op hun eigen moment komen vreten, zonder het risico te worden weggejaagd of dat het overgebleven voer minder uitgebalanceerd is.
Zo krijgt iedere koe voldoende voedingsstoffen binnen voor een maximale productie.
Flexibel voeren
Vaker voeren betekent ook flexibel voeren. Niet op gezette tijden, maar voeren wanneer dat nodig is. Staan de koeien buiten in de wei, dan stopt het voeren. Komen de dieren weer binnen, dan wordt het voeren weer hervat.
Zo voer je niet alleen naar behoefte; je vermindert ook het restvoer. En dat is gunstig voor de resultaten onderaan de streep.