In 2006 werd in de toenmalige ligboxenstal die plaats bood aan 60 melkkoeien, al begonnen met een Lely Astronaut A2 melkrobot. 2011 Staat te boek als het jaar waarin het bedrijf overschakelde van gangbaar naar biologisch. “We zijn samen met de akkerbouwers Bastiaansen van de Bremerbergweg en achterbuurman De Winter biologisch gaan samenwerken door de bouwplannen te optimaliseren. Gevoelsmatig produceer ik liever melk voor een biologische vraagmarkt, dan voor een gangbare bulkmarkt. Buurmans grond kwam in 2010 te koop en financieren als biologische melkveehouder was makkelijker dan als gangbaar melkveehouder verder te gaan. De overstap en het vertrek bij RFC heeft het voor mij wel vergemakkelijkt. Met de biologische melk konden we bij de Coöperatieve Zuivelfabriek
Rouveen terecht, wat een goede fabriek is voor wat betreft de verwerking tot kaas en qua prijs. Zo vielen alle puzzelstukjes voor ons op hun plaats”, vertelt Wilfried. Grasklaver, zomertarwe als GPS en luzerne staan ten dienste aan het gezamenlijke bouwplan.
Twee jaar later werd de huidige stal gebouwd met plaats voor 120 tot 140 koeien. Dit is een ‘vrije keuze’ stal, wat wil zeggen, dat er een gedeelte potstal is en een deel ligboxen. In 2012 was er zicht op dat het quotum zou gaan eindigen en dat er mogelijk wat groeiruimte
zou ontstaan. De combinatie van een versleten mestopslag, de mogelijkheid voor IDS subsidie op de stal en het functioneel gebruik van organische stromest als biologisch melkveehouder, stimuleerden om deze stal te bouwen.
De eerste Astronaut A2 melkrobot was in 2006 een tweedehandse en deze kreeg in de nieuwbouw ‘gezelschap’ van twee collega A2’s. Vorig jaar heeft Lely Center Bunschoten deze vervangen door twee nieuwe Astronaut A5 melkrobots. Gemiddeld zijn er momenteel 110 koeien aan de melk. “Recent heb ik naast ons eigen jongvee, nog wat jongvee bijgekocht. De overheid stelt ons geregeld voor verrassingen en zo voorkomen we in ieder geval, dat we niet benutte ruimte ineens kwijtraken.” “Ik was eigenlijk niet van plan om de A2’s te vervangen. Ik zei altijd: ‘Zolang ik met de A2’s kan melken en voeren, waarom zou ik dan A5’s kopen?’. Maar bij biologisch is uiergezondheid nog belangrijker, omdat je qua antibioticagebruik heel beperkt bent. Omdat we wat last hadden van sluimerende mastitis en sommige verse vaarzen door kruisbesmetting daar ook last van kregen, heeft me dat aan het denken gezet en uiteindelijk doen besluiten om op A5’s over te schakelen. Bij A5’s wordt van alle koeien (dynamisch 1x 3 plus de hoge) iedere dag het celgetal gemeten, waardoor je informatie altijd up to date is. Omdat bij sluimerende mastitis het celgetal van dag tot dag sterk kan fluctueren, kan zo’n koe bij alleen maandelijks melkmonsteren zomaar een paar maanden onder de radar blijven. Daardoor kregen we in de oude situatie soms moeite om binnen de norm te blijven.”
Inmiddels is Kristof van Bouwel van Lely Center Bunschoten bij het gesprek aangeschoven. Hij zorgt sinds anderhalf jaar voor FMS (Farm Management Support) en is T4C specialist. Hij vult aan: “Alles staat of valt met de weerstand van de koe. Het celgetal kan binnen een week sterk wisselen. Op het ene moment kan dat 100.000 zijn, maar een paar dagen later kan dit zomaar twee miljoen zijn, terwijl er aan de buitenkant niks bijzonders te zien is. Met de A5’s voorkom je dat je de ontdekking van mastitis doorsleept naar een volgende melkcontrole.”
“Het dagelijks meten van het celgetal, heeft me de ogen geopend. Als het allemaal goed gaat, dan maak je je nergens druk om. Maar nu met de A5’s kan ik veel adequater handelen. Tevens hebben we door het hitte reinigen van de melkbekers na elke melking, veel minder last van kruisbesmetting en als extra bescherming ben ik Lelyspray gaan gebruiken als nabehandeling”, vertelt Wilfried.