Met de overstap op drie Lely A5-melkrobots weten Keimpe Gerrit en Lysbeth de Boer de melkproductie de afgelopen jaren flink te verhogen. De gemiddelde productie per koe per dag moet jaarrond tussen 34 en 36 liter bedragen, zo is het streven. Bedrijfsadviseur Jurjen de Jong zet met hen de puntjes op de i.

Het melkveebedrijf van Keimpe Gerrit en Lysbeth de Boer bevindt zich op een prachtige plek in het buitengebied van het Friese Werga. De melkveehouders wonen aan open vaarwater. De plezierboten varen met enige regelmaat voorbij, zo valt op tijdens het gesprek aan de keukentafel. Het bedrijf wordt als het ware in tweeën gesplitst door een doodlopende straat. Het moderne woonhuis en de oude boerderij staan aan de ene kant van de weg. De bedrijfsgebouwen en de sleufsilo’s liggen aan de overzijde.

Draaimelkstal maakt plaats voor A5’s
Vanaf 2006 werden de koeien gemolken in een 24-stands binnenmelker, deze is in 2020 vervangen door drie Lely A5-melkrobots. “Het werd steeds moeilijker om melkers te vinden en lichamelijk gezien is het ook beter om over te stappen op automatisch melken”, zegt Keimpe Gerrit de Boer, die sinds de overstap op robotmelken veel meer vrijheid ervaart. “De robots maken je flexibeler, met meer tijd en ruimte voor een sociaal leven. De motoren van de melkstal gingen voorheen om 4.30 uur al aan. ’s Middags begonnen we dan om 16.00 uur met melken, nu begin ik ’s ochtends om een uurtje of 6.30.” De contouren van de vroegere draaimelkstal zijn nog altijd duidelijk zichtbaar in de ligboxenstal.

Korte lijntjes met adviseurs
Bij de overstap naar de melkrobots worden Keimpe Gerrit en Lysbeth ondersteund door Lely-adviseur Jurjen de Jong. Een paar jaar later komt De Jong nog maar sporadisch bij De Boer. Meestal houdt het bij één bezoek per jaar wel op. “Maar de lijntjes zijn kort hoor, ook met onze voeradviseur. We appen en bellen met enige regelmaat”, vertelt De Boer. “Via TeamViewer kan ik bovendien op afstand inloggen en meekijken in het managementprogramma Horizon”, zo vult De Jong aan.

Vanuit de rol van bedrijfsadviseur beschouwt De Jong zichzelf als een sparringpartner van De Boer. “Ik durf een kritische houding aan te nemen, Keimpe Gerrit en Lysbeth verwachten dat ook van mij. Ik voel de vrijheid om te zeggen wat ik zie en wat me opvalt.” 
De melkveehouders zijn gemotiveerd om met de overstap op robotmelken de productie omhoog te krikken. In het najaar van 2022 nodigen ze alle erfbetreders uit om hun doelstellingen uit te spreken en concrete actiepunten te formuleren. “Zo’n bijeenkomst helpt om de neuzen dezelfde kant op te krijgen en getuigt van visie”, aldus De Jong.

Meer melk met Lely A5-melkrobots
De melkveehouders slagen erin de gemiddelde productie per koe per dag op te vijzelen van 32,5 naar 34 liter. Ze streven naar continuïteit, waarbij de productie jaarrond tussen 34 en 36 liter moet uitkomen. De Jong: “Voor iedere ondernemer geldt: ‘wat wil je eruit halen?’ In mijn ogen moet je haalbare doelen stellen, zo blijf je gemotiveerd.”
Medio mei zien Keimpe Gerrit en Lysbeth de Boer samen met Jurjen de Jong dat de koeien al dertig dagen lang gemiddeld 35 liter per dag leveren. “Ik ben ervan overtuigd dat dit jaarrond haalbaar is”, zegt Jurjen de Jong. Lysbeth de Boer is iets voorzichter, zo blijkt uit haar reactie. “Het is ons weliswaar gelukt om dit te bereiken, maar het is lastiger om dit ook vast te blijven houden. De warme zomermaanden staan bovendien voor de deur.”

De ondernemers passen geen weidegang toe. De verkaveling is niet optimaal en de melkveehouders willen maximaal grip houden op het voeren. Dat voeren gebeurt met een zelfrijdende voermengwagen en het rantsoen wordt gedurende de dag aangeschoven met een Juno.

Keimpe Gerrit de Boer laat het aantal voerbeurten afhangen van de buitentemperatuur. ’s Winters volstaat een voerbeurt per dag, zo redeneert hij. Wanneer het kwik oploopt tot 15 graden dan schakelt hij over op twee keer daags voeren. Op warme dagen voert hij driemaal daags. De koeien krijgen dan ook extra pensbestendig vet voorgeschoteld, tot maximaal 350 gram per koe per dag. “Als ondernemer wil je er alles aan doen om je koeien gezond te houden en de productie eronder te houden”, zegt Keimpe Gerrit de Boer.

Goede uiergezondheid
Samen met hun bedrijfsadviseur kijken de melkveehouders kritisch naar de melkinstellingen in managementprogramma Horizon. “Daarmee geven we de kaders aan en bepalen we wanneer en hoe vaak de dieren gemolken mogen worden”, zegt De Jong. Het maximale aantal melkbeurten is ingesteld op 4. Het minimale aantal melkbeurten voor de vaarzen is ingesteld op 2,4. Bij de koeien gaat het om minimaal 2,6 melkbeurten per dag. “Met een optimale melkgift kunnen we binnen deze kaders sturen, afhankelijk van de productie, de capaciteit en de wensen van de ondernemers”, aldus De Jong.

Keimpe Gerrit en Lysbeth de Boer hechten bovengemiddeld veel waarde aan een goed en gezond melkproces. Dat begint bij het voorbehandelen. De basisinstellingen hiervoor zijn aangepast in Horizon. Met het zogenoemde USA-cleaning wordt een extra borstelreiniging toegepast. Dit werkt extra hygiënisch en zorgt er bovendien voor dat het aansluiten iets wordt vertraagd. “Te snel aansluiten vergroot de kans op bi-modaal melken en leidt vaak tot een langere melktijd”, zegt De Jong.

Met de uiergezondheid zit het wel goed, zo blijkt uit de resultaten. Het celgetal is laag en schommelt tussen 50 en 125. Enkele jaren geleden bracht uiergezondheidsexpert Otlis Sampimon eens een  bezoek aan het bedrijf van De Boer om een cursus te geven aan dierenartsen. Hij complimenteerde de melkveehouders met de goede uiergezondheid op het bedrijf. “De slotgaten van de spenen bleken in optimale conditie”, zo vertelt Keimpe Gerrit de Boer met gepaste trots.

Kort op de bal spelen
Tijdens het bedrijfsbezoek van De Jong aan familie De Boer wordt de FarmScan erbij gepakt. Dit is een rapport waarin de robotprestaties voor het voetlicht komen. “We kunnen snel zien wanneer de koeien pieken tijdens de lactatie en wat de persistentie is. We hebben een schat aan informatie. Daardoor kunnen we er bovenop zitten en beter inspelen op datgene wat er gebeurt”, zegt De Jong.

In overleg met hun erfbetreders hebben de melkveehouder zichzelf ten doel gesteld om met de vaarzen te streven naar een betere start van de lactatie. “Om dat te bereiken hebben we in de jongveeopfok enkele aanpassingen doorgevoerd”, vertelt Lysbeth de Boer. De Jong: “Tot 10 maanden kun je volle bak voeren. Daarna moet je waken voor vervetting.”
De melkveehouders zijn bij de jongveeopfok protocollair gaan werken. De dieren blijven langer aan de melk, krijgen meer hooi en brok gevoerd en blijven langer op stro gehuisvest. Ook wordt er geënt tegen longontsteking, een aanpak die z’n uitwerking niet mist, zegt Lysbeth de Boer. “Alles loopt een stuk makkelijker.” De Jong hoort het met genoegen aan: “Na de overstap op robotmelken hebben de ondernemers nu tijd en ruimte om de puntjes op de i te zetten.”

Keimpe Gerrit de Boer knikt instemmend. “We zitten er sowieso een stuk korter op dan voorheen. Na het afkalven gaan we de koe nu ook meteen even melken, voor een optimale biestkwaliteit. Dat zijn van die dingen waar we eerder niet altijd meteen aan toekwamen.”

Foto's en video's van dit project

Top