In het Twentse Saasveld staan de koeien rustig te vreten en laten zich melken wanneer het hen uitkomt. In de bestaande stal van Henry en Mariëlle Frongink en hun vier kinderen worden de koeien namelijk automatisch gemolken. Vanwege de beperkte ruimte is er inventief te werk gegaan.

Henry en Mariëlle zijn beide geboren op een melkveebedrijf en deze hebben ze twintig jaar geleden kunnen samenvoegen waardoor ze een levensvatbaar bedrijf konden voortzetten. De bestaande stal uit de jaren ’80, waar ze met 65 koeien begonnen, is in 1999 verlengd en door de jaren heen is de veestapel gegroeid naar inmiddels 150 koeien. De veehouders zijn echte ondernemers, naast het melkveebedrijf runnen ze een zaagselhandel en een constructiebedrijf.

Investering zonder zekerheid opvolger

De bestaande 1+0+2 stal ziet er spic en span uit. Hier wordt zichtbaar schoon en netjes gewerkt. De drie melkrobots staan aan het begin van de stal. “Aan de ene zijde worden de vaarzen gemolken door één melkrobot en de andere groep wordt gemolken door twee robots die in kassa-opstelling staan aan de andere zijde”, laat Frongink zien.

Voorheen stonden Henry en Mariëlle samen twee keer daags in de 2x10 melkstal. “Deze hebben we door de jaren heen twee keer verlengd”, vertelt Mariëlle. “Nu was de melkput echt af.” Ook zorgde het dagelijks terugkerende werk voor schouderproblemen bij Henry. “We zijn ons toen gaan oriënteren op een carrousel melkstal”, geeft de veehouder aan. “Een mooi systeem, maar vraagt wel om een nieuw gebouw. Het liefst zouden we dan een nieuwe stal bouwen, alleen de zekerheid van een opvolger hebben we nog niet. Onze kinderen zijn nog te jong om te weten of er een opvolger is. Omdat deze investering te groot is zijn we verder gaan kijken naar melkrobots”, vertellen de veehouders, die uiteindelijk de beslissing hebben gemaakt om over te stappen op automatisch melken. “Dit is toen snel gegaan want drie maanden later molken we met robots!”

tekst

Binnen twee maanden hebben de veehouders de ombouw voor de melkrobots weten te realiseren. Vanwege de beperkte ruimte in de bestaande stal is er inventief te werk gegaan. “We hebben zelf een constructie gemaakt met bewust lage muren zodat we overzicht houden in de stal en op de robots”, vertelt Frongink. De robots zijn iets op de voergang geplaatst om voldoende ruimte te creëren. Vanaf hier zijn de robots makkelijk bereikbaar. De kosten voor de inbouw vielen Henry mee. “We hebben veel zelf gedaan. De totale investering voor het ombouwen én inbouwen was zo’n €40.000 euro. Dit omvat de robotplaatsen, betonnen muren en het elektrisch.”

Vanuit de robots kunnen de koeien worden gesepareerd naar de zaagselboxen. Hierdoor staan de focusgroepen vooraan en zijn de looplijnen kort. Binnenkort wordt er ook een weideselectiepoort geplaatst zodat de koeien weer naar buiten kunnen. Voor het inrichten van de stal heeft de veehouder veel om zich heen gekeken bij collega veehouders. “Door de zaagselhandel die wij runnen kom je vaak op andere bedrijven en zie je verschillende stallen”, vertelt Henry. “Door goed te kijken en te luisteren naar ervaringen van anderen kun je kennis opdoen die je kunnen helpen op je eigen bedrijf.”

tekst

Vlot inmelken met de juiste mensen

Met behulp van een fanatieke club mensen hebben de veehouders de koeien in alle rust kunnen inmelken. “De eerste keer dat de koeien door de melkrobots gingen verliep super snel. Het ging zo voorspoedig dat we na twee dagen de hekken er al tussen uit konden halen”, vertelt Henry tevreden. “We hadden de juiste mensen om ons heen verzameld en zij hebben ons goed geholpen.”

Tijd om carnaval te vieren

Voor de échte Saasvelders is het carnavalsfeest een jaarlijks hoogtepunt. Vorig jaar was Henry vereerd om als adjudant gevraagd te worden. “In eerste instantie heb ik nee gezegd, omdat we op dat moment nog moesten opstarten met de robots”, geeft hij aan. Tijdens carnaval zouden ze net drie weken robotmelken. Toch heeft de veehouder toegezegd. “Nu achteraf”, zegt Henry:  “Zonder robots had ik niet eens adjudant kunnen zijn. Het was een drukke periode en met de robots waren we veel flexibeler.”

Ook de kinderen redden zich met de melkrobots. “Onze oudste kinderen helpen mee en kunnen zelf de attentiekoeien ophalen. We werken met automatische optrekhekken. Hierdoor kun je de ophaalkoeien naar de robots sturen waarna je het hek dicht doet. Nadat alle koeien door de robot zijn geweest gaat het hek vanzelf weer omhoog”, legt Frongink uit.

Zekerheid van het melken

“Het gaat boven verwachting", stelt de nuchtere twent. "We hadden niet verwacht dat het zo goed ging lopen.” Je moet het vertrouwen hebben in de robots en je eraan overgeven stellen de veehouders. “De robots geven ons de zekerheid dat het melken doorgaat”, stellen ze. “En ook de ervaring van het Lely Center geeft vertrouwen.” Mariëlle voegt toe: “Bovendien melkt de robot beter dan wijzelf. De robot melkt per kwartier, waardoor je nooit blind melkt. We zien ook dat de koeien minder melk uitliggen waardoor we de boxen schoner kunnen houden.” Met gemiddeld drie keer per dag melken worden er mooie producties genoteerd. 

"Ingrijpen voordat er problemen ontstaan"

Henry mag graag tussen de koeien lopen. “Dit doe ik nu vaker dan voorheen”, vertelt hij. “Je loopt nu anders door de stal. Door de data uit robot heb je meer inzicht in de gezondheid van de koeien. Dit kun je op je telefoon volgen terwijl je tussen de koeien loopt.” Omdat de koeien al een pootband hadden die de ligactiviteit meet, waren de veehouders al gewend om data uit de computer te halen. “Met de robots hebben we nog meer inzicht in de gezondheid van de koppel”, geeft de veehouder aan. ”Hierdoor zijn we er eerder bij wanneer er problemen zijn. Bijvoorbeeld bij een uierontsteking. Eerder zag je de vlokken in de melk en dan hadden ze al uierontsteking. Nu zijn we er al bij voordat een koe uierontsteking ontwikkeld." De veehouders zitten er bovenop als het gaat om de gezondheid van de veestapel. 

Met de omschakeling naar robotmelken is de bedrijfsvoering veranderd voor de veehouder. “Je moet er wel aan wennen”, aldus Mariëlle. “Het werk is nu anders. Je bent niet meer fysiek aan het melken maar op een andere manier aan het werk. We hoeven geen melkers meer te regelen, dit was met name op feestdagen wel een uitdaging. We zijn een stuk flexibeler”, geven ze aan. “De robots geven ons vrijheid in zowel het werk als privé!”, besluiten de veehouders tevreden. 

Bedrijfsgegevens 

In Saasveld runnen Henry en Mariëlle samen met vier kinderen Denise (9), Ruud (13), Kirsten (15), Lisanne (17) een melkveebedrijf. Hier houden zij 143 koeien en jongvee tot 6-7 maand. De rest van het Jongvee staat op Henry’s ouderlijk bedrijf en bij een jongveeopfokker. Het bedrijf heeft 80 hectare in gebruik. Het landwerk doen ze in eigen beheer. Het rollend jaargemiddelde is 9835 kg melk per koe per jaar. De gemiddelde dagproductie per koe is 35 kg met 4,32% vet en 3,54% eiwit. Het celgetal ligt onder de 100 en het BSK is 46. Het gemiddelde aantal melkingen ligt op 3,3 per koe per dag. 

Download de Astronaut A5 brochure

Error loading the form

An error occured loading the form. This can be caused by content blocking features of your browser or network.

Dank je wel!

U kunt het bestand downloaden met de volgende downloadknop

Download the PDF
Klik hier voor meer informatie

Waarom Lely?

Wereldwijd maken veehouders keuzes in de manier waarop zij hun bedrijf inrichten en runnen. Elke dag helpen wij hen die keuzes te maken die passen bij henzelf en hun bedrijf. Dat doen we met advies en innovatieve oplossingen die bijdragen aan een efficiënte bedrijfsvoering. Voor duurzame melk- en vleesproductie. Vandaag en morgen.

Top