Alle (emissiearme) emitterende oplossingen die op de RAV lijst staan, zijn doorgemeten volgens een door de overheid en WUR bepaalde methodiek. Agrarische ondernemers, fabrikanten en de natuur moeten kunnen vertrouwen op een dergelijke methodiek. Elke (emissiearme) oplossing komt met een omschrijving, de zogenaamde leaflet. In de leaflet wordt o.a. gesproken over de mate van onderhoud door fabrikant en eigenaar, een opleveringsverklaring, een logboek en het meerjarig registeren van belangrijke parameters. Om het systeem goed te laten functioneren is het juist opvolgen van onderhoud essentieel. Wij pleiten daarom ook voor een periodieke meetsystematiek om de effectiviteit van de beschikbare systemen voortdurend te blijven monitoren.
Een traditionele stal zonder emissiearme maatregelen heeft een emissiefactor van 13 kg/ammoniak per koe per jaar in de stal. Aanvullende maatregelen zullen nodig zijn om emissies in de stal en onder de vloer lager te krijgen. Lely Sphere heeft een emissiefactor van maar 3,6 kg/ammoniak per koe per jaar. Het gaat om een voorlopige emissiefactor die is gebaseerd op 75% van de behaalde resultaten uit metingen. De verwachting is dat RVO en de experts met betrekking tot de RAV in de komende maanden zullen komen tot een definitieve emissiefactor voor de Sphere.
De Lely Sphere is een systeem dat veel verder gaat dan een vloeraanpassing. Het werkt met een afzuiging op de kelder waar de emissies ontstaan, vergelijkbaar met een afzuigkap onder de vloer. De afgezogen lucht wordt op een chemische manier gewassen en ontdaan van ammoniak. De gewassen ammoniak is te gebruiken als kunstmest vervangende vloeistof, die opgeslagen zit in een silo. De hoeveelheid ammoniak die gewassen is, is zichtbaar en een borging van een werkend systeem. Emissie wordt dus omgezet tot waardevolle kunstmest. Gezien er sprake is van kunstmestvervangingsproducten uit een stalsysteem zoals de Lely Sphere is de melkveehouder (gebruiker) ook gebaat bij een optimale emissiebenutting van het systeem, waardoor gebruikt gemaakt kan worden van de 3 verschillende (urine, feces en de kunstmest vervangende vloeistof) meststromen voor optimale circulaire bemesting.