Hoe beoordeel je het melkproces?

Serie melktechniek - deel 3

  • consumables
  • Melken
  • Melkkwaliteit
  • Uiergezondheid
15 jul06:17

Voor een complete melking is de juiste melktechniek nodig. In de tepelvoering, hét contactpunt tussen de koe en de melkrobot, komt veel van die melktechniek bij elkaar. Wat kun je als melkveehouder zelf doen om te zorgen voor de beste melktechniek in je Lely Astronaut-melkrobot? In een serie van drie artikelen geven we uitleg en tips. Met deze keer: wat je kunt doen om het melkproces te beoordelen en verbeteren. 

Koe die gemolken wordt door de Lely Astronaut met de perfect tepelvoeringen

Hoe beoordeel je het melkproces?

Als melkveehouder kun je zelf al verschillende factoren die invloed hebben op het melkproces beoordelen, denk aan melksnelheid en speenconditie. En bestudeer rapport 41 uit Horizon (Melken - Koe-robot rendement). Daarin vind je belangrijke kengetallen op zowel koppel-, koe- als kwartierniveau. Afwijkingen tussen kwartieren per koe en koeien die veel afwijken van de gemiddelde kengetallen zijn belangrijke aanknopingspunten.

Levert dit onvoldoende handvatten voor verbetering op? De Farm Management Adviseur en/of melkwinningsspecialist van je Lely Center helpen graag mee. Deze adviseurs hebben veel ervaring met het beoordelen van zowel de koeien als de cijfers. Zij hebben toegang tot extra tools, analyses en rapporten.

 

De optimale melkbeurt

De instellingen van je Lely Astronaut melkrobot zijn erop gericht dat elke melkbeurt een optimale melkbeurt is. Zo’n optimale melkbeurt voldoet aan de volgende criteria:

  1. Gecontroleerd
    De melkrobot voert de taken uit zoals de veehouder verwacht. Hiervoor is tijdig en juist onderhoud nodig.
  2. Nauwkeurig
    De melkrobot registreert betrouwbare data en voert precies de juiste handelingen uit, op basis van de instellingen en de geregistreerde data.
  3. Volledig
    De melkrobot rond de melkbeurt af op het optimale moment, de volledige hoeveelheid beschikbare melk wordt verzameld.
  4. Behoedzaam
    Het melken is een comfortabele en stressvrije ervaring voor de koe.
  5. Snel
    De melkbeurt is efficiënt. Bovenstaande punten resulteren in een minimale tijd dat de melkbekers zijn aangesloten.

Melktoegang

De melktoegang (toegangstabel) bepaalt hoe vaak en wanneer de koe gemolken mag worden. Dit is voor elke koe uniek, afhankelijk van het lactatiestadium en de melkproductie van de koe. De Astronaut beoordeelt bij elk bezoek of de koe al gemolken mag worden, op basis van de instellingen en beschikbare data. Zo stuurt de robot op het juiste interval tussen de melkingen. Aan het begin van de lactatie wordt de koe in het algemeen vaker gemolken om de melkproductie te stimuleren. Aan het einde van de lactatie is de tijd tussen melkingen langer, omdat er dan minder melkproductie is.

 

Dynamische meting

Voor een extra beoordeling van het melkproces, kan de melkwinningsspecialist een zogenaamde ‘dynamische meting’ inzetten. Dat is een meting waarbij tijdens het melkproces het vacuüm onder de speen, het kopvacuüm en het pulsatievacuüm worden gemeten. Deze meting wordt gedaan bij minimaal 20 procent van het koppel. Zo krijg je een goed beeld wat er daadwerkelijk in de tepelvoering gebeurt tijdens het melken.

De adviseurs nemen vervolgens alle factoren mee om voor jouw koeien en jouw bedrijf tot het beste resultaat te komen. Zij kijken niet alleen naar de afstelling van de robot en het type tepelvoering, maar ook naar wat er gebeurt in de stal en jouw bedrijfsdoelstellingen. Het kost tijd om die instellingen helemaal te finetunen, passend bij jouw koeien. Neem die tijd! Dat levert jou en je koeien veel op.

 

Melksnelheid

Een koe die snel melkt, neemt in principe minder tijd in beslag in de robot. Afhankelijk van de melkproductie zorgt dit voor een efficiënt melkproces en effectievere benutting van de boxtijd. Ook het welzijn van de koe is gebaat bij minder tijd in de robot. Maar het streven naar alleen snel melkende koeien kent ook valkuilen.

Wanneer je streeft naar een hogere gemiddelde melksnelheid, doe je dan aanpassingen om de koeien die toch al snel melken, nog sneller te maken? Of focus je juist op de koeien die langzamer melken dan gemiddeld? Streef je naar optimalisatie op koppelniveau of doe je juist aanpassingen op koeniveau?

 

Melkstroomprofiel

Ook het melkstroomprofiel geeft belangrijke informatie over het melkproces. Dit is een grafiek die per kwartier laat zien hoeveel melk de uier verlaat (zie afbeelding). De melkstroom moet snel op gang komen, dan op een vrij vast niveau blijven en als het kwartier bijna leeg is, snel eindigen.

De melkstroomprofielen van (een aantal dieren uit) het koppel geven veel informatie over het melkproces.

Komt de melkstroom niet snel genoeg op gang na het aansluiten, dan kan het zijn dat de voorbehandeling onvoldoende is om de melk te laten schieten. Ook kan een te korte voorbehandeling leiden tot een bimodaal melkstroomprofiel: de melkgift komt op gang, stopt weer en komt opnieuw op gang. Zo’n bimodaal melkstroomprofiel kan ook andere oorzaken hebben, zoals een verkeerd afgesteld vacuüm, verkeerde maat of vorm tepelvoering of een niet optimaal ingestelde melktoegangstabel.

Wanneer veel koeien een bimodaal melkstroomprofiel hebben, is het zaak de melkafgifte te verbeteren.

Het melkstroomprofiel is geen rapport in Horizon. Twijfel je aan het melkproces? Vraag de adviseurs van je eigen Lely Center om de melkstroomprofielen op te vragen en de resultaten mee te nemen in het advies.

Optimaal melkstroomprofiel

 

Automatische speenmeting Astronaut A5 Next

Lely introduceerde kortgeleden de Astronaut A5 Next met een revolutionair speendetectiesysteem (TDS2+) die de melkbekers nog nauwkeuriger weet te positioneren. Ook biedt het onder andere een persoonlijk tepelvoeringsadvies op basis van metingen van de spenen, zodat de tepelvoeringen altijd afgestemd zijn op de kudde.

 

Wat kun je nog meer doen?

Ook factoren die niet met de melkapparatuur te maken hebben, hebben invloed op de melktechniek. Denk aan management in de stal en een goed rantsoen. Neem dus ook dergelijke punten mee als je de melktechniek wilt optimaliseren. Ook de erfelijke aanleg van je koppel heeft invloed, denk aan speenlengte en melksnelheid. Dat kun je beïnvloeden door fokkerij. Dat is natuurlijk een maatregel waarbij het effect op zich laat wachten. Voor de lange termijn, levert fokken op bijvoorbeeld speenlengte en melksnelheid effect op. Let in elk geval op de index voor robotgeschiktheid bij de stierkeuze. Voor een koppel met uniforme spenen, vind je gemakkelijker de best passende tepelvoering.

 

Meer weten?

In de eerste twee delen van deze serie over melktechniek lees je meer over de functie van tepelvoering en diverse soorten tepelvoering. Wil je graag meer informatie over onze tepelvoeringen en/of de instellingen van jouw Lely Astronaut? De adviseurs van onze Lely Centers (Farm Management Support, Consumables en Technical Service Support) staan voor je klaar. Zij kijken graag met jou naar de beste oplossing voor jouw specifieke bedrijfssituatie.  

Andere Farming Insights